Kijkje in de keuken

Het lichaam vertelt #1: Op weg naar meer levensruimte

 

Vandaag heb ik een sessie met een vrouw van midden 40.
Na een burn-out heeft ze een flinke tijd thuis gezeten. Het lukte haar om weer een gezonder ritme voor zichzelf te creëren en het overmatig gebruik van alcohol op te geven voor haar herstel. Haar negatieve gedachtepatronen en de onrust in haar lichaam bleven echter dominant aanwezig en van daaruit heeft zij zich aangemeld bij mij.
We werken nu een aantal maanden met elkaar en het vertrouwen groeit voorzichtig. Ze is gemotiveerd voor verandering en geneigd de dingen te doen op ‘harde wil’, terwijl ze in feite een heel gevoelig mens is.
Wanneer ik vraag waar het vandaag over mag gaan vertelt ze dat ze zo stijf is in haar lichaam. Ze lijkt we een oude vrouw, zegt ze. 

 

Ik nodig haar uit om op de mini trampoline te komen staan en daarop rustig op en neer te veren. Ik geef haar een hand bij het opstappen.
Op de trampoline voelt ze zich duidelijk uit haar element. Haar lichaam verstijft en ze probeert het uit alle macht te controleren om niet om te vallen. 'Wat ben ik stijf he' zegt ze. 'Vind je mij niet stijf?'
In het kwartier daarna experimenteert ze voorzichtig met het ontspannen van haar knieën, heupen, schouders, armen, nek en hoofd. Hoe meer ze ontspant, hoe stabieler ze wordt en hoe meer plezier ze erin krijgt. 
Er verschijnt een glimlach op haar gezicht wanneer ze losjes staat te veren en haar lichaam min of meer losjes meebeweegt. Zodra ze echter in haar gedachten schiet verstijft haar lichaam en wordt ze opnieuw wankel. Hierdoor wordt duidelijk zichtbaar hoe ze het contact met haar lichaam en gronding verliest wanneer haar hoofd het overneemt.
Het plezier dat ze voelt wordt op een gegeven moment door haar veroordeeld als 'frivool'. Daarop lijkt zo'n groot innerlijk verbod te zitten dat ze er direct van in een verstijving schiet. "Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg' zegt ze.

Haar strenge normerende gedachten zijn al vaker ter spraken gekomen. Ze heeft er een stevig arsenaal van meegekregen in haar opvoeding. Ze houd ze nog altijd graag hoog, hoewel ze langzaam begint te ontdekken hoe dat haar tevens beperkt in haar levensruimte.
Wanneer ze van de trampoline stapt vraag ik haar even stil te zijn en te voelen hoe het nu is van binnen. De tranen wellen op in haar ogen. Ze is ontroerd door het gevoel van plezier dat ze ervaren heeft. De speelsheid die ze op de trampoline heeft gevoeld was lange tijd buiten haar bereik. Op het moment dat ze dit zegt wordt haar ook nog iets anders duidelijk: wanneer ze onder invloed is van alcohol komt deze speelsheid vaak juist wel naar voren. De alcohol heft tijdelijk haar innerlijke verboden op en heeft daarmee een belangrijke functie. De motivatie om te leren zichzelf te bevrijden uit haar keurslijf wordt door deze realisatie verder versterkt. 

Wie te lang in het strakke  keurslijf zit raakt afgesneden van vitaliteit

Ik vraag of ze nog een stap wil zetten vandaag en dat wil ze.
Ik pak het grote kussenblok erbij en geef haar het houten zwaard om mee te slaan. We hebben dit al eerder gedaan, dus de grootste reserve die ze had hebben we reeds geslecht.
Het doel van het slaan is het openen van het bovenlichaam en het energetiseren (in beweging brengen, zichtbaar maken, uiten) van in het lichaam opgeslagen emotionele patronen en overtuigingen. 
Ze krijgt eerst de ruimte om te slaan zonder verdere instructies of suggesties. Eerst in beweging komen en de eigen beweging voelen. Daarna geef ik haar de suggestie om te slaan met de zin: 'ik hou de controle'
Dit hardop zeggen is in eerste instantie een brug te ver, het is te ver buiten haar comfortabele zone en ik vraag dit dan ook niet van haar. Ik vraag haar het in gedachten te zeggen tijdens het slaan. Ikzelf zeg het af en toe hardop, zodat ze het toch kan horen. 
Wanneer ze stopt met slaan vraag ik haar even na te voelen. Hoe is het om met deze statement te slaan?
Ze vertelt dat het wel een lekker gevoel geeft, krachtig. Ik bevestig haar gevoel van kracht en vraag of controle misschien ook nog een andere kant heeft. 'Ja' zegt ze. 'Het is ook erg vermoeiend'. Inderdaad, bevestig ik, het gevoel de controle te hebben geeft het gevoel krachtig te zijn, maar het is ook hard werken om het vol te houden. 
Ik laat haar nogmaals slaan en vraag of ze haar statement een keer hardop zou willen zeggen. Dat weet ze niet. Ze gaat slaan en ik zie haar worstelen. Ze zou het misschien wel willen zeggen, maar haar angst voor controleverlies en veroordeling zijn te groot. Ik geef de suggestie het zachtjes te zeggen en doe dit, terwijl zij slaat, zelf een paar keer. Een paar slagen laten lukt het haar om tijdens het slaan zachtjes te zeggen: ‘ik hou de controle, ik hou de controle’ 
Als ze stopt met slaan ga ik naast haar staan. Ik weet dat ze mijn steun nu nodig heeft. Er is veel gebeurd, ze heeft beweging gebracht in diep gewortelde afweermechanismen. 
Het is even stil en dat zegt ze: 'Ik heb een hekel aan het woord, maar ik voel me nu heel kwetsbaar'. De tranen wellen opnieuw op in haar ogen. Ik nodig haar uit dit gevoel toe te laten en het lukt haar even om dat te doen.  
Deze kwetsbaarheid is hetgeen zo stevig beschermd wordt middels haar controle en het vasthouden aan haar strenge normenstelsel. Het vraagt moed om deze toe te laten en moedig is ze.
Kwetsbaarheid en controle zijn nu beiden terug in haar bewuste ervaring, waardoor ze haar niet langer in een onbewuste wurggreep hoeven houden. Een belangrijke stap op weg naar meer levensruimte, plezier en verbinding. Mooi werk!